Van roze stapelbed naar jongensinternaat - Reisverslag uit Ragama, Sri Lanka van Lisa Boer - WaarBenJij.nu Van roze stapelbed naar jongensinternaat - Reisverslag uit Ragama, Sri Lanka van Lisa Boer - WaarBenJij.nu

Van roze stapelbed naar jongensinternaat

Door: Lisa

Blijf op de hoogte en volg Lisa

01 December 2013 | Sri Lanka, Ragama

Sri Lanka. Schoon. Voor het eerst sinds weken hoef ik niet meer veertien keer per dag de viezigheid uit mijn neus te snuiten. Wat een verwennerij.

Ik vloog van Mumbai naar Chennai en daar ontmoette ik Wendy, die toevallig ook naar Sri Lanka zou vliegen, dan wel met een vliegtuig dat vijf minuten eerder zou vertrekken. Samen hebben we gewacht op het vliegveld en de laatste Indiase roepies opgemaakt. Wendy was goed voorbereid, ze had een Guesthouse geboekt. Ik niet, omdat ik in het kader van "Een beetje besparen kan ervoor zorgen dat ik iets langer weg kan blijven" had bedacht dat ik wel even op het vliegveld zou kunnen wachten gezien ik om 02.30 uur zou landen. Voordat ik een visum en mijn backpack heb is het zo weer een uur verder. Wendy zei direct dat ik met haar meekon naar het Guesthouse en gezien ik al een nacht niet had geslapen klonk mij dit als muziek in de oren. Samenvatting van een ellenlang verhaal zonder echt duidelijk doel: ik dacht dat Wendy al weg was en bleef dus toch op het vliegveld. Wendy had vertraging en was dus later in Sri Lanka. Ik heb op het vliegveld gehangen/gezeten waarna ik een taxi heb genomen naar een Guesthouse, mijn spullen daar heb gedropt en op het strand ben gaan liggen. Hemels. Zwemmen in een zee die ietwat vies is, but who cares?! Ik heb eindelijk weer in de zee gezwommen. En mijn rug verbrand. Dat ook.

Ik was al bijna mijn cliffhanger van mijn vorige verslag vergeten: de kapper! Voordat ik uit Nederland vertrok, nu al bijna 16 weken geleden, moest ik eigenlijk al wel zeker een aantal weken naar de kapper toe. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om uit te rekenen dat mijn haar nu dus lang was. En de punten dood. In Nepal had ik een goede schaar waarmee ik mijn eigen pony wat bijknipte, maar die ben ik daar vergeten. Ik liep in Negombo over straat nadat ik op het strand had gelegen en liep toevallig langs een mevrouw die een kapster bleek te zijn. Ik speelde op safe en zei haar enkel de punten eraf te knippen. Dit was geen probleem voor de mevrouw, althans, dat zei ze. Ze gooide haar kont naar achteren de lucht in, zette haar bril op het puntje van haar neus en hield de schaar op een bepaalde wijze vast die ik niet na zou kunnen doen. Ik vond het geweldig. Het duurde lang, ze knipte alles steeds een beetje meer bij en uiteindelijk vroeg ze me om te gaan staan. Ik keek nog naar de muur waar haar kapperscertificaat hing, maar ik kreeg steeds meer het idee dat die niet voor mensenhaar bedoelt was. Uiteindelijk stond ik, hield ik mijn haar vast en knipte zij het af op een manier die me deed denken aan Edward Scissorhands (wie kent hem niet?!). Een beetje doe-het-zelf service. Voor twee euro was ik uiteindelijk van mijn dode punten af.

Met Wendy had ik afgesproken om samen te gaan eten die avond en ook besloten we om de ochtend erna te vertrekken richting het midden van het eiland, naar Kandy. In eerste instantie was ik van plan om nog een nachtje in Negombo te bivakkeren, maar de plannen werden gewijzigd. Enkel waren mijn kleren nog allemaal nat van het wassen en regende het aan het ende van de dag pijpenstelen in Negombo. Kleren dus nat de tas in. Fijn.

Zondag de bus genomen naar Kandy. Vijf uur lang in de bus voor maar 80 cent. Het kan in Sri Lanka. Daar aangekomen ontmoette we tuktukdriver Suresh, onze held, die ons naar Mcleods Inn bracht. Suresh is een schatje, ik kan niet anders zeggen. Hij spreekt amper Engels, maar is bescheiden, eerlijk, vriendelijk en helpt je graag. Om deze reden hadden Wendy en ik besloten om de volgende dag Suresh en zijn tuktuk in te huren voor een rondrit. De volgende dag startten we op de markt, waar men fruit, groenten, vis en vlees verkoopt. Fruit, ik ben er dol op. Gezien mango mijn favoriet is en dit in Nepal en India niet te koop was, eet ik het hier iedere dag. Mango's, bananen, passievrucht en watermeloen en gaan met die tuktuk. We hebben een leuke dag gehad, een groot boeddhabeeld bezocht, jungle tempel, onderweg een kokosnoot leeg geslurpt, oorlogsbegraafplaats bezocht en uiteindelijk geëindigd bij een duur hotel in de bergen voor een kop koffie met uitzicht. En regen. Heel veel regen. En onweer. Hele harde onweer.

Die avond, nadat we hadden gegeten in The Pub, stonden twee tuktukdrivers voor het restaurant te wachten. We wilden naar ons Guesthouse voor 150 roepie, maar de man vroeg 200 roepie. Wij zeiden dat we altijd 150 roepie betalen en dat nu dus ook zouden doen. Na wat heen en weer gepraat zei de ene tuktukdriver dat hij de andere tuktukdriver 50 roepie zou geven zodat wij 150 roepie konden betalen. Dit was een echt "Huh?!" moment. We pakten de roepies aan zeiden: "Oké, thank you!" waarna we met de andere tuktukman meeliepen naar zijn voertuig. Hij kwam niet meer bij van het lachen. We hebben het vermoeden dat dit zijn trucje was, dat als hij 50 roepie zou aanbieden wij wel zouden zeggen dat dat niet nodig was. Zijn trucje was mislukt en wij hadden een rit voor 150 roepie.

We besloten om Suresh gewoon nog twee dagen in te huren om naar Polonarruwa, Sigariya en Dambulla te gaan. Een roadtrip met tuktuk. Het plan was om dinsdag eerst naar Dambulla te gaan om de cavetempels te bezoeken. Dan doorrijden naar Polonaruwa om de dag te eindigen in Sigariya. Dan zouden we de volgende dag de rock van Sigariya beklimmen. Dat was dus een plan. Die dag belandden we niet in Dambulla en maar heel even in Polonarruwa. Wel eindigden we in Sigariya, dat verliep wel volgens plan. Onderweg stopten we bij een Ayurvedic Garden. Hier werden we rondgeleid door een gladjakker met een hele snelle babbel en die dan ook nog eens achter of voor elke zin "madam" zei. En als je dat dan eenmaal hoort, dan hoor je niets anders meer en heb je geen enkel idee wat hij allemaal verteld. Toch was het erg leuk. We kregen veel planten en bloemen te ruiken waar de crème, gel of olie bijstond. Uiteindelijk kregen we een chocoladedrankje met een vleugje banaan en stonden er twee dames te wachten om ons te masseren. Voor de echte Nederlanders onder ons: dit was gratis. Nouja, op een vrijwillige donatie na dan. Hoofd, schouders, armen en benen werden gemasseerd. Ik had er de hele dag wel kunnen blijven zitten. We eindigden bij de apotheek waar we alle potjes en flesjes konden kopen, maar gezien de prijzen nog hoger waren dan in Nederland verlieten we de apotheek zonder iets gekocht te hebben. Suresh gaf al snel aan dat we Dambulla niet zouden redden en dat we dat de volgende dag zouden doen. Op weg naar Polonarruwa begon het alleen heel erg hard te regenen. Niet zomaar een buitje, maar echt heel erg hard regenen. Dus keken we naar het meer vlakbij Polonaruwa en keerden daarna om richting Sigariya. In ene stopte Suresh en wees naar links. En daar, even verderop, zagen we een wilde olifant een meer inlopen. Dat maakt alles dan toch goed. Suresh is druk bezig om Engels te leren. Hij heeft een paar dunne tijdschriftjes die hij elke keer inkijkt als hij even op ons moet wachten. We hadden als cadeau voor hem een echt Engels leerboek gekocht en hem dit in Sigariya gegeven. Zo blij als een kind in IJssalon de Mient.

De eerste nacht in Sri Lanka heb ik met drie andere meiden op een kamer geslapen en sliep ik in een roze stapelbed. Daarna twee nachten in Kandy onder een roze klamboe en nu in Sigariya in een bed waarop de handdoek als een eendje gevouwen lag en als knaller op de vuurpijl... Op mijn hoofdkussen zat een heuse echte teddybeer. Flower Inn in Sigariya. Ga er heen!

Woensdagochtend op tijd op om de rock van Sigariya te beklimmen. Hitte, zweet, veel zweet. Maar ik vond het erg mooi, zowel naar boven, boven zijn dan wel naar beneden te lopen. Na een koude douche gingen we de tuktuk weer in richting Dambulla. Hier bezochten we de cavetempels die ook erg hoog lagen en we dus wederom nat van het zweet boven aankwamen. (Jullie zouden eens moeten lezen wat voor geniale typfouten ik af en toe maak. Net typte ik: cafetempels. Waar het hart van vol is.. Enfin, over naar de orde van de dag.) De cavetempels vond ik prachtig. Grote boeddhabeelden stonden in de verschillende grotten. De wanden en plafonds mooi beschilderd. Vooral omdat het grotten zijn en dus natuurlijk van vorm, kwam alles er anders naar voren.

Ik was iets eerder beneden en stond daar te wachten terwijl Suresh en Wendy de trap bijna af waren. In ene gaven ze allebei een gil en hoorde ik gekletter om me heen. Ik dacht dat ik mijn camera liet vallen, maar er bleek boven mij een aap in een mangoboom te zitten die wild een tak heen en weer aan het schudden was. De mango's vlogen dus letterlijk om mijn oren en ik voelde ze langs mijn benen op de grond neerkomen. Het scheelde maar een haar (apenhaar zit altijd raar) of ik was geraakt. Zou die aap hebben geweten dat mango's mijn lievelings zijn? Dan was het eigenlijk best wel lief van die aap.

Ik ben achtergebleven in Dambulla, een dorp waar niks te doen is. Niks te doen is niet erg, maar het is verder ook geen leuk, mooi of pittoresk dorp. Enkel een drukke weg. Ik heb als avondeten een mango (verassend!) en wat dadels gegeten, omdat er geen restaurant in de buurt was en ik eigenlijk gewoon moe was. Als een roos heb ik liggen (mango)pitten.

Plannen zijn er om gewijzigd te worden en dat gebeurd dan ook zo ongeveer viermaal per dag bij mij. De ene keer denk ik ergens te blijven. Dan weer denk ik heel naar het Noorden te gaan, waar ik via via met iemand in contact ben gekomen die daar projectadviseur is van een heel sociaal gebeuren. Dan is het noorden toch weer erg ver en besluit ik om uit te rusten in een gat. Dan bedenk ik me ongeveer toch nog 18 keer. Heerlijk om dan elke keer weer de Lonely Planet erbij te pakken en bedenken wat ik allemaal kan doen. Dan besluit ik om naar Boy's Town te gaan, een project in Ragama waar 200 jongeren een vak leren en waarnaast ook nog 30 straatjongens wonen. En dat besluit staat dan eindelijk vast. We hebben een doel, we hebben een besluit, Lisa en ik, ik en Lisa. Wat een leuk stel. Boy's Town is een soort van internaat dat wordt gerund door paters Jezuïeten. "Lisa, hoe kom je daar nu weer terecht?", hoor ik jullie denken. Nou, dat zal ik je vertellen. Mijn lieve oom die dan toevallig ook nog Willem heet heeft hier een project gedaan. En dus heb ik contact opgenomen met Bro Pudubu en kreeg direct een mail terug dat ik most welcome was en daar zou kunnen verblijven. Mijn idee was om er enkel een bezoekje aan te brengen om te kijken wat ze daar voor goeds doen en om te kijken of ik er eventueel in de toekomst naartoe zou kunnen gaan voor vrijwilligerswerk, maar het idee om even ergens te zijn beviel me wel. En dus vertrok ik in de ochtend van Dambulla naar Kandy met de bus. Staand in de bus, want de zitplaatsen waren bezet. Rug aan rug met een andere vrouw en dan is het gewoon: overleven! Het doet me een beetje denken aan longboarden en dat bevalt me wel. Stevig staan en alle kuilen, hobbels en scherpe bochten "meerijden". Zo wordt een staande busrit van twee uur nog best aangenaam. In Kandy stapte ik over op de bus naar Nawalapytia. Kijk, en daar ging het dus mis, want die bus moest ik helemaal niet hebben. Daar kwam ik alleen achter toen ik, ruim twee uur later, al in Nawalapytia was. En dus moest ik weer terug naar Kandy om daar de bus naar Colombo te pakken. Wat een reis. In de bus terug naar Kandy zat een kleine iele en ietwat oudere vrouw naast me. In een scherpe bocht gleed ze van de bank af en ik kon haar nog net bij een arm grijpen. Ik bood haar mijn zitplaats bij het raam aan, maar met veel bewegingen maakte ze duidelijk dat ze niet bij het raam durfde te zitten. En dus heb ik deze vrouw omarmd en vastgehouden. Het voelde alsof ik met een kind in de bus zat en dat gevoel werd sterker toen de vrouw ook nog tegen me aan in slaap viel. Gelukkig kwijlde ze niet. Bijna twaalf uur lang onderweg geweest, niets gegeten omdat de bus er steeds net was. Bro Pubudu (voor de scherpelingen onder ons: ik schreef net inderdaad Pudubu, maar ik vergeet het elke keer, dus nu is er in ieder geval één correct. Ik noemde hem eerst Puduburu, maar kwam er al snel achter dat dat écht niet klopt, al klinkt het wel lekker. Bro vind ik ook al vreemd om te gebruiken. Dat zeg ik enkel tegen mijn broer "Yo Bro" waarna hij dan "Yo Sis" zegt) kwam mij ophalen van de bushalte en we arriveerden om 21.00 uur in Boy's Town. Hij liet me mijn kamer (met eigen badkamer!) zien en zei me met een kwartier beneden te komen, zodat ik kon eten. Ik had dit natuurlijk al drie keer afgeslagen ("Nee ik hoef niets, voel me prima."), maar de lieve mensen daar hadden van alles voor me bewaard. Rijst, curry, vis, brood en fruit. Een ontbijt, lunch en diner in ene.

De ochtend daarna was ik op tijd op zodat ik de gebeden van de broeders kon bijwonen. Ik ben niet gelovig, al geloof ik wel ergens in, maar niet zozeer in iets wat past binnen een geloof. Geloof ik. Misschien moet ik een eigen religie beginnen. Het Ammehoelisme, klinkt best goed. Tijdens mijn reis ben ik al veel in aanraking gekomen met het geloof. Boeddhisme, Hindoeïsme en nu Katholiek. De voor mij meest bekende.

Na het gebed vond het ontbijt plaats en daarna heeft Bro Francis me rondgeleid over het terrein. Het is een enorm terrein. Jongens leren hier een vak als elektriciën, lasser, houtbewerker of bakker. Er zijn veel kippen, kalkoenen en andere dieren die verzorgd worden door jongens en ook gegeten worden. Daarnaast is er een gebouw waar dertig straatjongens wonen in de leeftijd van 8 tot 14 jaar.

Eind van de middag ben ik meegegaan naar Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Hier heb ik tijd doorgebracht met Milton, de counselor van Boy's Town, terwijl Bro Pubudu naar het ziekenhuis ging voor zijn oog. We hebben in een park rondgelopen en een tempel van hout bezocht die op het water ligt. Milton is een forse man en was netjes gekleed in pantalon en overhemd. Tot twee keer aan toe poepte een vogel op zijn overhemd, waar ik heel hard om moest lachen. Jullie kennen het wel, mijn harde lach die dan gewoon even niet kan stoppen. Hij keek me drie seconden bedenkelijk aan en moest toen zelf gelukkig ook lachen.

Met een broeder waarvan ik de naam niet kan uitspreken en laat staan typen ging ik de volgende dag mee naar een nabijgelegen dorp, een arm dorp. Hier deden twaalf kinderen hun communie. Het was bijzonder om erbij te zijn. De kerk lijkt in Sri Lanka een stuk vrolijker. De mensen zien er vrolijker uit en de muziek heeft net iets meer swing. Alles was in het Singalees, maar ik vond het fijn om er te zijn. Uiteindelijk kreeg ik bloemen van de kinderen en mocht ik cadeaus aan de kinderen geven. Dat voelt wat bezwaard, het lijkt alsof ik de koningin ben. Na de dienst eten met de kinderen en mensen van de kerk. Kokosrijst, curry's, cakes, roti's, samosa's, brood en fruit. Alles komt op tafel.

Het eten is erg pittig hier in Sri Lanka, vooral als je onder de locals eet waar het eten niet verwesterd wordt qua pittigheid. De kokkin maakte steeds iets apart te eten voor mij, maar het pittige eten vind ik toch ook wel erg lekker. Toen de broeders daar achterkwamen begonnen ze te klappen en te lachen en vroegen ze allemaal wel drie keer: "Do you really like spicy?". Yeah Bro, I do.

Het is warm hier, heel warm. Het maakt niet uit wat ik doe, het zweet druipt van me af. Toen het eind van de middag begon te regenen leek de verkoeling daar te zijn. Echter was de regen warmer dan de douche binnen en besloot ik toch maar een koude douche te nemen. Drie minuten later; zelfde probleem. Het regende hard, heel hard. Zo hard dat het grasveld geen gras meer lijkt te hebben en de straten blank staan. Daarnaast is er onweer. Heel harde onweer. Mij werd verteld dat we op het hoogste punt in het gebied zitten en ik dus wel moet oppassen met dingen aan te raken. Zolang het regent en onweert gaat de elektriciteit uit. Spanning en sensatie, maar vooral gewoon donker.

De broeders hadden een meeting met broeders uit andere plaatsen in Sri Lanka. Ik lag op bed wat te schrijven en te lezen toen Bro Pubudu me kwam halen. In de vergaderruimte stonden flessen drank op tafel en diverse hapjes. Er werd een glas Whisky voor me ingeschonken en ik mocht aanschuiven. Drinken met de Bro's, het was erg gezellig.

De broeder met de moeilijke naam is de oudste broeder. Hij wordt volgend jaar zeventig en ik ben al uitgenodigd voor zijn verjaardagsfeest. Het is een kleine man met een vriendelijke lach en een zachte slis in zijn spraak. Hij rijdt in een oude auto, waar alles al wel stuk aan lijkt te zijn. Hij vindt de auto zelf fantastisch en was, op weg naar het arme dorp, vol trots over zijn auto aan het praten. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van oude auto's, maar deze was echt klaar voor de sloop. Zondagochtend had ik besloten om mee te gaan naar een kerk met de broeders. De broeder met de moeilijke naam besloot om met zijn eigen auto te gaan. Hij reed voorbij waar ik stond te wachten, zijn hoofd kwam net boven het stuur uit en er liepen drie jongens achter de auto om deze te duwen. Het zag er grappig uit. Een kwartier later vertrokken wij ook en toen we richting de uitgang reden kwam van links weer de auto van de broeder aangereden met nog steeds de jongens er hijgend en puffend achteraan rennend. De auto wilde niet meer starten en de broeder voegde zich bij ons. Ik ben benieuwd wat er met de auto zal gebeuren. Zou hij er afscheid van kunnen nemen?

Vandaag is de eerste zondag van advent en dat betekent hier een kerstviering. De mensen die mij kennen weten dat ik geen liefhebber ben van kerst. Ik dacht er dit jaar mooi vanaf te komen, maar had niet gedacht dat ik op 1 december al een kerstviering zou mogen bijwonen. Maar het was schattig. De straatjongens traden op. Ze zongen liedjes en acteerden een stukje. De jongens zijn hier heel gereserveerd en netjes. Ze houden zich keurig aan alle regels. Het zal er ook vast mee te maken hebben dat een blond girl in Boys Town niet heel gewoon is. Ik moet eerst drie gekke bekken trekken en zesmaal knipogen of scheel kijken durven ze te lachen. Dus trek ik drie gekke bekken en knipoog ik zesmaal of kijk ik scheel totdat ze een gekke bek terug trekken. Mission completed.

Tussendoor werd gespeecht door verschillende sprekers die naar Boy's Town zijn gekomen. Rijke Sri Lankezen die het project steunen waren van heinde en verre gekomen. Nouja, overdrijven is ook een vak, ze kwamen allemaal uit Sri Lanka. Ik begreep er geen snars van, maar aan het einde was er een zanger en de kinderen gingen uit hun dak. Het was hilarisch. Een kerstman met masker en een vierkant kussen onder zijn jasje stond ertussenin te springen. Eindelijk zag ik de jongens als echte kinderen. Plezier. En dat deed me goed.


Fleurie Fleurie Fleur! Nog maar 19 nachtjes slapen.

  • 02 December 2013 - 10:48

    Irena:

    Ohh lieve Lisa wat weer een mooi verslag, je zette me even met me benen op Sri Lanka…
    Kuz

  • 03 December 2013 - 03:27

    Fleur:

    Moooooooi verslag poeperd :) nu ondertussen al minder nachtjes!

  • 04 December 2013 - 16:53

    Rianne:

    Wat een prachtigverslag weer!! Heel mooi!!
    Je maakt wat mee!! Leuk hoor!

    xx

  • 04 December 2013 - 18:47

    Helene :

    Het is net echt.

  • 06 December 2013 - 18:32

    Joke:

    Hoi Lisa,
    Ik ben er even lekker voor gaan zitten, wat een heerlijk verslag.

  • 13 December 2013 - 21:27

    Jan Hoving:

    Wat een heerlijk verhaal weer, moet je inderdaad wel even voor gaan zitten. Sri Lanka dus nu, voor hoelang nog en wat daarna ? 't Word hier nu kouder, dus geniet nog maar even van de warmte daar en van de fantastische bevolking, groet, Jan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lisa

Actief sinds 17 Juli 2013
Verslag gelezen: 443
Totaal aantal bezoekers 25526

Voorgaande reizen:

14 Augustus 2013 - 01 Maart 2014

Lisa the Farmer goes international

Landen bezocht: